Het is één van de gemakkelijkste openingszinnen voor een gesprek: en wat doe jij voor je werk? ‘ik ben belastingadviseur op een accountantskantoor’ is dan mijn antwoord. De moed zakt loodrecht in de schoenen van mijn gesprekspartner wanneer hij zich beseft werkelijk niets van mijn vak af te weten en er nog minder interesse in heeft.
 

Ik neem het hem niet kwalijk: fiscaliteit heeft nu eenmaal geen ‘sexy’ uitstraling en er heersen voldoende problemen in het vakgebied.
 

Eén van die problemen is de onbekendheid van de geldende regelgeving. Lukt het jou om op een papiertje uit te rekenen hoe veel belasting je verschuldigd bent? Ons belastingstelsel bevat een wildgroei aan regelgeving en onzekere grijze gebieden waar iedere Nederlander mee geconfronteerd kan worden. Daar zit voor een adviseur juist ook een charmante uitdaging: kan jij in heldere taal uitleggen wat zo complex is dat de hoogste rechters in Nederland zich erover moeten buigen?
 

Nog zo’n probleem: de omgang tussen de Belastingdienst en de burger. Er is in de media voldoende kritiek op de omgangsvormen van de Belastingdienst richting de burger. Dit is niet de plek om deze kritiek uitgebreid te herkauwen. Mijn ervaring is toch dat, ondanks te streng beleid en te verouderde systemen, best veel inspecteurs een ondernemer ergens mee willen helpen, als er ook met de inspecteur wordt meegedacht. Hier zit nog een grote uitdaging die mijn werk mooi maakt: het inleven in iemand die op een andere manier naar hetzelfde kijkt.
 

‘En hoe gaaf is het dan niet dat dankzij die know-how van regelgeving en praktijk jij een groot probleem voor iemand kan wegnemen’ zeg ik met iets te glinsterende ogen tegen mijn gesprekspartner. Sommige kijken me nog steeds glazig aan en zoeken naar een ander onderwerp, anderen snappen beter wat ik leuk vind aan mijn beroep.
 

Hopelijk kan ik jou de komende tijd ook meenemen in de charmes van de fiscaliteit.