E-tip 2024-29: Is een interim-manager een zzp'er? Niet altijd, zegt wetsvoorstel Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR)
De Raad van State en de nieuwe minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid moeten zich er nog over buigen, maar volgens het concept van de ‘nieuwe zzp-wet’ kunnen interim-managers die een werknemer vervangen niet zomaar meer als zelfstandige aan de slag.
Het was één van haar laatste taken als demissionair minister. Vorige maand stuurde Karien Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) het wetsvoorstel Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR) ter beoordeling naar het hoogste adviesorgaan: de Raad van State. De wet moet de huidige veel bediscussieerde regels vervangen.
Wanneer kan iemand worden ingehuurd als zzp’er? En vooral: wanneer niet en is er juist sprake van werknemerschap. Dat antwoord moet de VBAR geven. Al jaren leeft bij de overheid en vakbonden de wens om een einde te maken aan de aanwas van zzp’ers in Nederland – en specifiek schijnzelfstandigheid. Inmiddels is de tekst van het wetsvoorstel openbaar geworden, en veel zzp’ers zullen zich bij het lezen ervan achter de oren krabben.
Buiten de zzp-boot
Maaltijdbezorgers, journalisten of verpleegkundigen worden in de VBAR al snel gezien als werknemers. Maar ook leidinggevende zzp’ers zoals interim-managers kunnen buiten de boot vallen, blijkt uit voorbeeldcasussen in de wettekst die volgens Van Gennip ‘illustratief’ zijn en per geval kunnen verschillen.
Een ervaren interim-manager die tijdelijk een zieke manager in loondienst vervangt, mag dat bijvoorbeeld niet doen als zzp’er. Omdat er ‘nadrukkelijk sprake is van werkinhoudelijke en organisatorische sturing’, staat als voorbeeldcasus in de concept-wet. “Ondanks de vrijheid die de interim-manager krijgt, zijn anderen namelijk wel bevoegd om aanwijzingen en instructies te geven.”
Er is sprake van ‘structureel werk, dat zij-aan-zij wordt uitgevoerd met managers die in loondienst zijn.’ Ook is er ‘een organisatorisch kader’ waar de manager zich aan moet houden. En er is ‘slechts gering’ sprake van werken voor eigen rekening en risico. De manager heeft in dit geval geen unieke gespecialiseerde kennis, die anderen niet hebben.
“De mate van werkinhoudelijke en organisatorische sturing weegt duidelijk zwaarder dan de mate van werken voor eigen rekening en risico”, is de conclusie. En daarmee zou sprake zijn van een arbeidsovereenkomst.
Hetzelfde geldt voor een HR-specialist die een zieke werknemer vervangt die onder een afdelingshoofd werkt en die bijvoorbeeld de verzuimregistratie bijhoudt of arbeidsvoorwaardengesprekken voert. Laat diezelfde specialist zich inhuren om een onafhankelijk rapport op te stellen voor een aanstaande reorganisatie, dan kan dat weer wél als zzp’er.
“Het is voor dit kabinet geen topdossier, maar het gaat wel om enorm veel mensen.”
Advocaat Emmerig ziet een flinke verandering: waar interimmers of zelfstandige HR-managers nu wel iemand kunnen vervangen die ziek is of met zwangerschapsverlof, zou dat als gevolg van de nieuwe wet in loondienst moeten. “Maar ik denk dat dit nog veel discussie gaat opleveren”, zegt hij erbij. “Dat de wet er komt, is nog geen zekerheid.”
Want de nieuwe minister van SZW, Eddy van Hijum (NSC), kan nog dingen aanpassen na het advies van de Raad van State. En hoe de minister erover denkt? “Niemand weet het”, aldus de advocaat, al is er in het hoofdlijnenakkoord wel summier uitgesproken dat het kabinet door wil met de VBAR.
‘Positief oordeel geen gegeven’
Het is daarbij geen gegeven dat de Raad van State een positief oordeel geeft over het concept. “De historie wijst eerder in een andere richting”, zegt Emmerig over eerdere voorstellen op dit gebied. “Er zijn al criteria om te bepalen of iemand zzp’er is, dus je kunt je afvragen of een nieuwe wet wel nodig is.”
De VBAR zorgt al sinds de introductie voor onrust. Een internetconsultatie onder betrokkenen leverde meer dan duizend reacties op. De wet zou schijnzelfstandigen beschermen, maar ten koste gaan van mensen die wél een bewuste keuze maken om te gaan ondernemen en daar genoeg mee verdienen.
Gedwongen zzp-schap komt volgens zelfstandigen zelf nauwelijks voor, benadrukte uitzenderskoepel NBBU deze week nog. Met de reacties op de internetconsultatie heeft de minister nauwelijks iets gedaan, de concept-wet is grotendeels gelijk gebleven.
Handhaven per 2025
Er heerst nog altijd veel onzekerheid over hoe verder, zowel bij zzp’ers als bij hun opdrachtgevers, weet Emmerig, die veel zaken over de materie voor de rechter ziet verschijnen. Moeten zzp’ers een contract krijgen, onder uitzenders gaan werken of zijn er andere oplossingen? “Het is voor dit kabinet geen topdossier, maar het gaat wel om enorm veel mensen”, zegt hij.
En gaat de wet er komen, dan zijn vooral de uitzendbureaus en payrollbedrijven spekkoper, verwacht hij.
De Raad van State komt pas in het najaar met een oordeel over de VBAR. Per 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst alvast handhaven op schijnzelfstandigheid onder de huidige regels, de wet DBA. Hier is jaren niet op gehandhaafd omdat er onduidelijkheid was over de wet, maar inmiddels is er door uitspraken van de rechter over onder meer Deliveroo en Temper genoeg jurisprudentie, denkt de fiscus.
Ook de handhaving gaat weer veel discussie opleveren, denkt Emmerig. Nieuwe rechtszaken als bedrijven of zelfstandigen boetes krijgen, worden niet uitgesloten.
Bron: RTL nieuws