E-tip 2022-14: De RVU-drempelvrijstellingsregeling check de toepasselijke cao
RVU staat voor de Regeling voor Vervroegde Uittreding. De RVU heeft tot doel om te voorzien in een of meer uitkeringen of verstrekkingen ter overbrugging van de tijd tot de pensioeningangsdatum of de AOW. Indien een regeling kwalificeert als RVU, is de werkgever over de uitkering, bijdrage of premie inzake deze RVU een heffing verschuldigd van 52%. Dit wordt ook wel de RVU-heffing genoemd.
Met ingang van 1 januari 2021 geldt er een vrijstelling voor de RVU. Die vrijstelling is bedoeld om werkgevers meer mogelijkheden te geven om oudere werknemers, voor wie het moeilijk is om door te werken tot de AOW-leeftijd, financieel te compenseren zodat zij vervroegd uit dienst kunnen treden en de werkgevers niet over de hele vergoeding de heffing van 52% hoeven te betalen. De maximale periode waarvoor de drempelvrijstelling geldt, is 36 maanden voorafgaand aan het bereiken van de AOW-leeftijd. Voor zover RVU-uitkeringen dus meer dan 36 maanden vóór de AOW-leeftijd worden uitgekeerd, is over deze uitkeringen RVU-heffing verschuldigd.
Door de RVU-vrijstelling hoeft over een bedrag tot maximaal € 22.142,– bruto (€ 1.847 bruto per maand) geen 52% heffing te worden betaald. Bedraagt het (totale) bedrag van de uitkering(en) ingevolge een RVU meer dan het bedrag van de drempelvrijstelling, dan is over het meerdere de RVU-heffing verschuldigd.
Deze vrijstelling is tijdelijk en geldt van 1 januari 2021 tot 1 januari 2026. Voor RVU-uitkeringen die werkgever en werknemer uiterlijk op 31 december 2025 schriftelijk zijn overeengekomen, geldt overgangsrecht tot en met 31 december 2028, mits de beëindigingsovereenkomst uiterlijk 31 december 2025 getekend is en de werknemer uiterlijk op 31 december 2025 de leeftijd heeft bereikt die (maximaal) 36 maanden vóór de AOW-leeftijd ligt.
De drempelvrijstelling is zowel van toepassing op RVU-uitkeringen die in één keer, als RVU-uitkeringen die maandelijks worden uitbetaald.
LET OP. Periodieke RVU-uitkeringen worden, in tegenstelling tot eenmalige uitkeringen, gekort op een WW-uitkering.
De RVU-drempelvrijstelling is slechts aan de orde wanneer een regeling kwalificeert als RVU. Kwalificeert een regeling niet als RVU, omdat geen sprake is van een leeftijd gerelateerde ontslaggrond maar bijvoorbeeld een boventalligheidssituatie zonder mogelijkheid tot herplaatsing, dan is de werkgever in geen geval RVU-heffing verschuldigd en heeft de werkgever dus ook geen drempelvrijstelling nodig.
De werkgever is niet verplicht aan bovenstaande regeling mee te werken als een werknemer hierom verzoekt.
LET OP. Dit wordt anders als in een toepasselijke cao een dergelijke regeling is opgenomen. Is dat het geval dan kan een werkgever worden verplicht aan de in de cao opgenomen regeling mee te werken.
Voor meer informatie neem contact op met arbeidsjurist Bart Orth