E-tip 2022-10: Wanneer moet je als werkgever aan een werknemer een transitievergoeding betalen?
Bij het beëindigen van een arbeidsovereenkomst is de werkgever in veel gevallen verplicht om aan een werknemer een transitievergoeding te betalen.
Die verplichting heeft een werkgever in het geval dat:
- de werkgever een arbeidsovereenkomst opzegt wegens bedrijfseconomische omstandigheden of na twee jaar ziekte;
- de werkgever de kantonrechter verzoekt om de arbeidsovereenkomst te ontbinden;
- de arbeidsovereenkomst door de werknemer wordt opgezegd als gevolg van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever;
- de werknemer de kantonrechter verzoekt om de arbeidsovereenkomst te ontbinden als gevolg van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever;
Sinds de invoering van de Wet Arbeidsmarkt in Balans per 1 januari 2020 (WAB) heeft de werknemer vanaf de eerste dag van zijn dienstverband aanspraak op een transitievergoeding. Dit betekent dat de werkgever ook een transitievergoeding moet betalen als een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet wordt verlengd. Ook in het geval wanneer een werknemer een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet wil verlengen als gevolg van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever moet de werkgever een transitievergoeding betalen. Bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd dat niet wordt voortgezet, worden alle arbeidsovereenkomsten die elkaar hebben opgevolgd binnen een periode van zes maanden meegeteld.
Als een arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd door de werkgever wordt opgezegd, bestaat ook de verplichting tot het betalen van een transitievergoeding.
In de praktijk komt het nog wel eens voor dat een werknemer na twee jaar ziekte minder gaat werken in zijn eigen of een andere functie en daarvoor met zijn werkgever een nieuwe arbeidsovereenkomst aangaat. In het geval hierbij sprake is van een arbeidsvermindering van minimaal 20% die structureel van aard is, heeft de werknemer recht op een transitievergoeding voor het aantal uren dat hij minder gaat werken.
Veel arbeidsovereenkomsten worden met wederzijds goedvinden beëindigd door middel van een beëindigings- of vaststellingsovereenkomst. In die gevallen heeft de werknemer geen aanspraak op een transitievergoeding. Werkgever en werknemer komen bij een beëindiging met wederzijds goedvinden veelal een beëindigingsvergoeding overeen, waarbij de transitievergoeding als uitgangspunt wordt genomen.
Voor vragen neem contact op met onze arbeidsjurist Bart Orth b.orth@tamek.nl